Over de Colveniers
Vermoedelijk is de Schutterij der Colveniers in 1186 opgericht als een groep mannen die, de toen nog nederzetting, Helmond moesten verdedigen. Als patrones namen zij Onze Lieve Vrouw der Zeven Smarten aan. In tegenstelling tot de andere gilden in Kring Peelland houden de Colveniers zich niet bezig met bekende gildedisciplines als vendelen, trommen en standaardrijden. Ook het schieten met geweer is beperkt tot het tweejarig koningschieten. De Schutterij der Colverniers is een eeuwenoude broederschap die zich wél sterk verbonden voelt met de andere gilden in de Kring. Op het moment zijn er ruim 40 broeders lid van de Colveniers.

Bijeenkomsten
​Het Colveniersgilde is vooral actief in de periode van november-januari met achtereenvolgens de volgende activiteiten:
​
-
de jaarvergadering met aansluitend mosseldiner op de derde vrijdag van november;
-
de Gildemis, als Jaargetijdemis, op de tweede zondag van december;
-
de Schuttersmaaltijd op de vierde maandag van januari; indien van toepassing worden bij deze gelegenheid nieuwe broeders, alsook de nieuwe koning geïnstalleerd.
Daarnaast wordt jaarlijks deelgenomen aan de Kringgildedag van Kring Peelland en vindt eenmaal per twee jaar het Koningsschieten plaats op de tweede zaterdag van september.
Sinds enige jaren worden verder ook kwartaalbijeenkomsten gehouden in wisselende locaties.

Gildemis
Op de tweede zondag van december vindt de jaarlijkse Gildemis plaats. De mis wordt door alle broeders bijgewoond. Aan het einde van de mis zingen de broeders het Colvenierslied.

Sint Lambertuskerk
De jaarlijkse Gildemis wordt gehouden in de Sint Lambertuskerk te Helmond.
Kolvenier
Een kolvenier of klovenier was een man die met een clover (culverin) schoot, een vuurwapen dat zijn oorsprong vond in de 15e eeuw.
De variant "kolvenier" die in de 17e eeuw voorkomt, zou volgens sommigen zijn ontstaan door de gelijkenis met "kolf". Echter, Zuid-Nederlandse varianten met "colv-" die al in de 16e eeuw voorkwamen, wijzen erop dat in sommige dialecten niet de eerste maar de tweede onbeklemtoonde klinker in het Middelnederlandse coloverier (soldaat die een schietbus ofwel colover bedient) verdween.

Kolveniersgilde
Net als handboogschutters, wevers en andere beroepen verenigden kolveniers zich in een gilde, het kolveniersgilde.

Feestlied der Colveniers
Heeft niet voorheen het Joodsch geslacht
Een volk van God van de oppermacht
Zozeer bemind ten allen tijd
Veel lof en eerspraak toegewijd.
Aan groote vrouwen? Ziet
Men bij dit volk ook niet
‘t Geheugen eeren elken dag
Van Rachel, Judith, Abisag?
Had ‘t Jodendom dan recht en reën
Te loven deze in ‘t algemeen
Wat reden heeft het Christendom
Niet om den lof en eer alom
Te zingen van een Maagd
In wie het heeft behaagd
God ‘t vlees te aanvaarden om den mensch
Te brengen tot zijn heil en wensch!
Het leven draagt ze in haren schoot
Dat ons van den verdienden dood
Verlost. Zij is de vrouw, die ‘t hoofd
Van ‘t helsch serpent aan stukken klooft
Ze is moeder van Gods Zoon
Die ons voert naar den troon
Van de Opperheerlijkheid, zij heeft
Gevoed het Lam dat 't leven geeft
​
Tot u met recht stier ik mijn zang
Die thans naast God den eersten rang
Bekleedt in ‘s hemels zalen: leen
Nu vriendelijk ‘t oor aan mijn gebeën
Door Christus Uwen zoon
Dan wacht ik tot mijn loon
Het eeuwigdurend Elisé
Waar niemand ooit lijdt pijn of wee
De gilde van de Colveniers
Leeft rustig onder uw baniers
Wees haar een leidster in den tijd
Dan wandelt zij in veiligheid
Bevrijd van tegenspoed
Hierna bewaakt, behoed
Leid onze broeders tot den troon
Van uwen welbeminden Zoon.
